Achtergrond

In Nederland verblijven mensen die geen (geldige) verblijfspapieren hebben, ook wel ongedocumenteerden genoemd. Door invoering van de zogenoemde Koppelingswet in 1998, werden ze uitgesloten van aanspraken op sociale voorzieningen. Daardoor kunnen ze zich niet tegen ziektekosten verzekeren. Tegelijkertijd bepaalde de Koppelingswet dat mensen zonder verblijfspapieren wel degelijk recht hebben op medisch noodzakelijke zorg.

Wettelijk gezien heeft men namelijk altijd recht op medisch noodzakelijke zorg. Dit is zorg waarvan de arts in de spreekkamer aangeeft dat men die zorg nodig heeft. Het moet dan gaan om zorg die is opgenomen in het basispakket van de Zorgverzekeringswet (Zvw) of onder de aanspraken van de Wet langdurige zorg (Wlz). Deze zorg moet worden verstrekt ook als blijkt dat men niet of onvoldoende verzekerd is.

Mensen zonder verblijfspapieren krijgen ook medische klachten. Bij de invoering van de Koppelingswet zijn voor de financiering van medische zorg regelingen getroffen. Sinds 1 januari 2009 zijn de mogelijkheden voor financiering uitgebreid naar alle zorgverleners door de Regeling Onverzekerbare Vreemdelingen. Deze gaat er vanuit dat mensen zonder verblijfspapieren zelf de kosten van zijn medische behandeling betaalt. Kan de patiënt dat – geheel of gedeeltelijk – niet, dan kan de zorgverlener of zorginstelling onder bepaalde voorwaarden een beroep doen op deze regeling.

Sinds 1 januari 2017 voert het CAK de regeling voor de vergoeding van kosten voor de zorg aan onverzekerbare vreemdelingen uit. Op de website van het CAK kunt u lezen voor wie de regeling geldt en aan welke voorwaarden de aanvraag van een zorgverlener moet voldoen voor een (gedeeltelijke) vergoeding. De zorg rond zwangerschap en bevalling kent een vergoeding van 100%.